Wat je als ondernemer leert van snowboarden
Ik wou altijd al op wintersport. Lekker buiten, felgekleurd pakkie aan in de witte sneeuw, overdag drinken zonder dat iemand dat vreemd vindt en actief bezig zijn? Dat klinkt mij als muziek in de oren. Maar de wilde 16-jarige Allysia bezeerde haar knieën tijdens een avondje uit (lees: gescheurde kniebanden) en liet de wintersportdroom varen.
Nu, 14 jaar later en met een vriend die die-hard snowboarder is aan mijn zijde, stond ik toch echt op een snowboard in Snowworld Landgraaf. De eerste keer tel ik maar niet mee want ik snapte er werkelijk waar niets van. Met mijn goede been (die ik eigenlijk niet heb want mijn rechterknie is net zo naar de Filistijnen als mijn linkerknie) moest ik “voor” staan. En dan leunen. En dan over je schouder kijken. En nu doen alsof je een stuur vast hebt in 1 hand. Leunen! Niet te veel!
Dit werd 100 keer herhaald totdat ik 1 kant een beeeeeetje door had. ‘Ja, zo ja, en nu de andere kant op…’
KABOEM!
Op mijn giechel. Nog een keer proberen. BAM! Weer onderuit. Dit keer op mijn kont. En zo ging het de rest van de dag door. Ook de tweede keer op Landgraaf was het nog afzien. Uiteindelijk hebben we 3 keer Landgraaf vereerd met mijn capriolen en zijn we ook 1 keer een borstelbaan op geweest. Toen ik zag hoe mijn vriend werd afgestraft door de borstelbaan, ging ik er niet meer op. Bekijk het maar mooi met je neppe sneeuw.
Voor het echie
Na 3 keer oefenen op een indoorbaan waarna ik een soort van bochtje naar links en een soort van bochtje naar rechts kon maken, werd het tijd om voor het echte werk te gaan. Zo gezegd, zo gedaan. We vertrokken halverwege januari naar Italië voor een weekje snowboarden. En daar leerde ik een aantal harde maar wijze lessen.
Op de eerste dag had ik er nog plezier in. Ik begon vol goede moed aan de afdaling. Na meer dan 20 keer te zijn gevallen, begon de moed toch echt wel in mijn snowboardschoenen te zakken. ‘Ik moet dit toch kunnen zonder überhaupt te vallen?’
Nadat ik een gigantische klapper voorover maakte, kon ik alleen nog maar lachen en huilen tegelijk. Niet alleen mijn lichaam, maar ook mentaal was ik op. Ik begon te zeuren dat er sneeuw op de berg lag – no shit Sherlock – en dat was mijn teken: ik ben aan het einde van mijn Latijn. Met dikke tranen over mijn wangen nam ik de laatste skilift naar beneden.
De 2 dagen daarna heb ik ochtenden les gevolgd bij Ivano. Een 40-jarige Italiaan die al op een board staat sinds zijn tiende. Met engelengeduld legde hij mij de fijne kneepjes van het vak uit. Op de derde dag kon ik zowaar zonder “zijwieltjes” aka Ivano een blauwe piste af. Trots als een pauw. Niet alleen ik, maar ook Ivano. Als uitsmijter gaf hij mij nog één tip mee:
If you are a free-minder, than you can snowboard
de geduldige Ivano
Dus hups, weer vol goede moed de vierde dag mee met de groep en ook een blauwe piste af. Bleek deze blauwe piste veel vlakke stukken te hebben. Meen. Je. Niet. Als er iets vermoeiend is aan snowboarden, is het elke keer op je blauwe billen zitten om je board af doen, te lopen met je board onder je arm, weer te moeten zitten op je blauwe billen en je bord weer aan te klikken. Dus pakten we maar een rode piste. En dat heb ik geweten. Na 3 dagen volle bak op een snowboard, was deze piste weer veel te steil voor mij. Al remmend met verzuurde benen ging ik naar beneden. En daar kwamen de tranen weer. Bang, vermoeid en pijn. Ik gooide de snowboard in de ring. Figuurlijk dan, niet letterlijk.
Want ik ben niet het type om op te geven. De vijfde dag ging ik weer met de groep mee. Na één blauwe piste af te zijn gegaan, wist ik het al. Ik ga niet meer met de groep mee. Ik houd hen alleen maar op, ben een blok aan hun been en vloek de boel bij elkaar. Echt gezelliger wordt het er niet van. ‘Gaan jullie maar zonder mij, ik blijf op deze berg’. In mijn eentje heb ik nog 10 keer geoefend op die berg. En van die 10 keer ben ik nog 5 keer uit de skilift gevallen, tot grote genoegen van de skilift-man. Graag gedaan, meneer.
En weet je? Ik zou zo weer gaan. Ik zou het zo weer doen.
Snowboarden is net als ondernemen
Snowboarden en ondernemen hebben veel overeenkomsten. Je kan bij ondernemen, net zoals bij snowboarden, uit gaan van het volgende:
- je gaat vaker dan één keer aan je smoel
- fouten maken hoort erbij
- denk niet te veel na, maar doe
- je kan ‘het’ niet na één keer, blijf oefenen
- vraag om hulp
- omring je met gelijkgestemden
- wees niet te kritisch op jezelf
Soms ga je aan het werk met tranen in je ogen, ga je een berg af op je tandvlees, geef je liever op dan dat je je nog een keer bezeerd, maar toch sta je weer op en ga je weer verder waar je gebleven was. Met tranen in je ogen. Met pijn in je lijf. Met hulp van je medemens. Met dat vervelende stemmetje in je hoofd. En dat is waar leren snowboarden en ondernemen over gaat!
En onthoud: victory is sweet
Wat je ook maar overwint. Jezelf, je angst of die berg.
Cheers!
P.s.: er moest uiteraard een roze helm komen. Die kreeg ik van vriendlief voor Kerst.